Op 10 augustus schrijft hij een brief aan Frau Schünzel nadat hij een kaart van haar ontvangen heeft vanuit Oppenau waar zij op vakantie is. Hij is in zijn nopjes dat merk je aan de speciale aanspreektitel die hij gebruikt. In zijn brief merk je dat hij flink aan zijn spaarboek moet zitten en dat het leven alsmaar duurder wordt. Hij stuurt haar een centje toe waarop zij een brief terugschrijft naar Alfred. Onderaan de brief zie je zijn commentaar in het rood. De meeste commentaar is: “wie zal dat betalen?”. Uit de briefwisseling blijkt dat ze nog steeds bij elkaar zijn. Zie Frau Schünzel.