meta data voor deze pagina
  •  

Anekdotes van de naaste familie


Terug

Toen Alfred in zijn jonge jaren nog in Tjecho-Slowakije woonde stelden ze vast dat er regelmatig gekapt hout voor de houtkachel gestolen werd. Lang duurde dit niet. Alfred nam 2 blokken en boorde er gaten in. Daarna vulde hij deze met carbuur en maakte de gaten weer dicht. Het resultaat was snel te merken als in het dorp iemand vuurwerk in zijn huis had. Niemand legde klacht neer en iedereen wist wie de houtdief was.

Wilhelmina Jezelin, dochter van Alfred


Moeder was extreem jaloers. Het was voldoende dat een vrouw een keer naar hem keek om te horen te krijgen dat hij er mee te doen had. Alfred, niet verlegen voor een grapje, kwam een keer thuis van de stad en zei: “Ik ben eens goed naar de hoeren geweest.” Met zo'n uitspraken, voor de grap weliswaar, joeg hij haar op de kast.

Wilhelmina Jezelin, dochter van Alfred


Op mijn achttiende kreeg ik een auto en wist niet waarom. Vele jaren later toen ik tante Elisabeth (zuster van mijn vader) terugzag heeft ze mij de reden verteld. In de krant en op de radio was te horen dat koningin Juliana voor haar dochter Irene's achttiende verjaardag een auto had gekocht. “Wat?” zei Alfred “ons Wilhelmine krijgt er ook ene. Als de koningin dat kan, dan kan ik dat ook.”

Wilhelmina Jezelin, dochter van Alfred


Naast het glasfabriek woonde een vrouw die alles in de gaten hield en Alfred er steeds op aansprak: “Amaai, ge waart laat thuis vanacht. Amaai,….” Alfred kreeg het op zijn zenuwen en zei tegen haar: “Als je niet stopt met razen dan steek ik een van de dagen mijn broek af.” Een paar dagen later was het zover en liet hij zijn bloot achterwerk zien. De buurvrouw was zo geschrokken dat die een paar dagen geen geluid meer kon uitbrengen.

Wilhelmina Jezelin, dochter van Alfred


Wanneer Alfred zijn zuster ging bezoeken in Nederland nam hij dikwijls een taxi van 'de smalle' in de Charlottalei. Uiteraard was in die jaren een auto in een dorp een grote bezienswaardigheid en kwam iedereen buiten. Net voor het binnenrijden van het dorp deed hij 'de smalle' stoppen en wisselden ze van plaats. Aangekomen op bestemming stond iedereen aan de deur en stapte de chauffeur (in dit geval Alfred) uit en begon als een razende op de deur van zijn zuster te bonken en riep zoiets als “doe open potverdorie lelijke tik”. Achteraf als ze weg waren spraken de mensen in de straat schande van die chauffeur waar Alfred mee gekomen was. Alfred vonden ze een fijne man, maar die chauffeur. Uiteraard stond zijn zuster te schateren bij al die commentaren.

Wilhelmina Jezelin, dochter van Alfred


Om zijn arbeiders te betalen ging hij naar een grote post want in Hemiksem had men nooit zoveel geld in huis. Op een keer ging hij naar de grote post op de Groenplaats in Antwerpen. Vermits hij daar geen rekening had belde de bediende naar de post in Hemiksem. Daar vroegen ze: “Beschrijf hem eens”. “Eigenlijk is dat een rare met een versleten overall aan en een verbrande klak. Mogen wij die man zoveel geld meegeven.” Waarop het antwoord van Hemiksem: “Geen probleem, dat is hem, geef het maar gerust mee.”

Wilhelmina Jezelin, dochter van Alfred


Op een dag was Elisabeth samen met haar echtgenoot Berthus op bezoek bij Alfred in Hemiksem. De vrouwen waren op stap en de mannen waren alleen thuis. Alfred en Berthus zaten beneden wat te keuvelen toen Alfred aan Berthus vroeg: 'Moet ik de politie eens laten langskomen?' waarop hij prompt zijn revolver uit de kast achter hem nam en 2 keer door het plafond schoot. Bij het laatste schot realiseerde hij zich plots dat zijn vader boven lag te slapen waarop hij de trap opstormde. Halverwege kwam hij zijn lijkbleke vader tegen die tegen hem zei: 'Alfred, Alfred, wass hast du gemacht?'. Hij had hem op 50 cm na gemist.

François Hallemans, schoonzoon van Alfred


Toen ik klein was dekte ik mijn bed steeds mooi toe als ik uit mijn bed kwam. Ik dacht toen dat de warmte bewaard werd op die manier.

Wilhelmina Jezelin, dochter van Alfred


Als kind hoorde ik volwassenen praten over al dan niet in slaap vallen en ik snapte dat eigenlijk niet goed. Ik ging toen aan het voeteneind van mijn bed staan en liet me op het bed vallen. Ik kon ook niet in slaap vallen. ^_^

Wilhelmina Jezelin, dochter van Alfred


“Wanneer was een dokter een goede dokter voor Alfred?” Simpel, als de dokter hem een ziekte toebedeelde die hem aanstond, anders was het slechte dokter :-D. François Hallemans, schoonzoon van Alfred

Terug